
In een maatschappij waarin de wifi-verbinding vaak beter geregeld is dan de verbinding met onszelf, rennen we liever weg van ongemak dan dat we het aankijken. Tegen verdriet zeggen we al snel: hup, zand erover en weer door. Maar wat gebeurt er als je stopt met wegrennen? Als je niet langer in de doofpot stopt wat eigenlijk om liefdevolle aandacht vraagt? In deze blog neem ik je mee in mijn persoonlijke reis van afhankelijkheid naar innerlijke kracht. Van zoeken buiten mezelf, naar thuiskomen bij mezelf.
Al van jongs af aan droeg ik een leegte met me mee. Een gevoel van gemis dat ik niet goed kon plaatsen, alsof er iets in mij ontbrak. Die leegte probeerde ik jarenlang op te vullen met anderen – met relaties, vriendschappen, bevestiging, liefde van buitenaf. Ik dacht dat het zo hoorde. Dat ik pas heel zou zijn als iemand anders mij zag, mij koos, mij liefhad.
Toen mijn relatie eindigde, wist ik wat me te wachten stond: het alleen zijn. En ondanks dat ik er bewust voor koos, voelde het toch als falen. Voor mezelf én voor de buitenwereld. Want je hoort toch niet alleen te zijn? Alleen zijn voelde leeg en kwetsend. Dus stortte ik me op het daten. Van de een naar de ander, op zoek naar verzachting, bevestiging, aanraking. Even niet hoeven voelen wat er onder lag. Maar hoe meer ik zocht, hoe leger het voelde. Alsof ik een bodemloze put aan het vullen was met druppels van buitenaf. Ik wist: dit werkt niet meer. Dit is niet eerlijk, niet helend, niet wat ik werkelijk nodig heb.
In het alleen zijn werd ik geconfronteerd met mezelf. Met de kanten die ik minder leuk vond, en de kanten waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden. Omdat ik ze jarenlang had onderdrukt, verstopt, genegeerd. Ik had mijn hele leven onder de vleugels van anderen geleefd. Uit angst, maar ook uit gemak. Want zolang iemand anders de koers bepaalde, hoefde ik zelf niets te beslissen. Ik was afhankelijk, onzeker en paste me aan. Maar nu had ik niemand meer om op te leunen. Geen schouder om op uit te huilen, geen bevestiging van buitenaf. Ik moest het met mezelf doen.
En dat was niet makkelijk. Maar het was wel eerlijk.
Het dwong me te stoppen met zoeken buiten mezelf. Het is verleidelijk om de ander de schuld te geven van je eigen ongeluk. Maar uiteindelijk besefte ik dat ik zélf degene was die mezelf klein hield. Dat ik mezelf gevangen hield in angst en oude verhalen. Pas toen ik durfde te kijken naar wat ik liever niet wilde zien, begon er iets te verschuiven.
Alleen zijn werd langzaam een plek van rust. Van groei. Van thuiskomen bij mezelf. Niet vanuit een tekort, maar vanuit volledigheid. Wat eerst als eenzaamheid voelde, werd een vorm van rijkdom. Een verbondenheid die ik nooit eerder had ervaren – met mezelf.
We stoppen ons verdriet vaak weg, alsof het nooit bestaan heeft. Maar wat als juist dáár iets ligt wat ons wil helen? Alleen zijn confronteerde mij met wie ik werkelijk ben – en dat bleek geen straf, maar een uitnodiging.
In een wereld vol schermen en snelheid is de verbinding met jezelf misschien wel het meest waardevolle wat er is. Niet altijd makkelijk, maar wel echt. En van daaruit ontstaat alles wat wél klopt.
Ik gun iedereen een moment alleen, om te reflecteren en te voelen. Wat ervaar jij als je een moment alleen bent? Deel het hieronder.